Dauwpunt
voorwaarde voor een optimale applicatie
- Het dauwpunt is de temperatuur van de lucht waarbij condensvorming begint. Bij die temperatuur is het maximale watergehalte bereikt.
- Lucht bevat een maximale hoeveelheid waterdamp, afhankelijk van de temperatuur. Daalt die temperatuur dan wordt dat maximum minder en neemt het vochtgehalte in de lucht toe, waardoor condensvorming ontstaat.
- Het dauwpunt is ook mede afhankelijk van de relatieve luchtvochtigheid (RV) bij een gegeven temperatuur. Wordt bij een bepaalde temperatuur de RV lager, dan komt ook het dauwpunt lager te liggen. Stijgt de RV, dan krijgt ook het dauwpunt een hogere waarde.
Hechting
Voor een optimale hechting van de primers en kitten/lijmen moeten de luchttemperatuur, de
relatieve luchtvochtigheid, de temperatuur van de hechtvlakken en het vochtgehalte van de hechtvlakken binnen bepaalde grenzen liggen. Vóór applicatie van primer of kit moet dan ook een aantal metingen verricht worden om te bepalen of applicatie technisch verantwoord is.
Metingen
De volgende metingen moeten worden verricht:
- luchttemperatuur - de luchttemperatuur tijdens de verwerking moet tussen 5 °C en 40 °C liggen;
- relatieve luchtvochtigheid - deze moet tussen de 50 % en 90% liggen;
- temperatuur van de hechtvlakken - deze moet minimaal 3 °C boven het dauwpunt liggen;
- vochtgehalte van de hechtvlakken - de hechtvlakken kunnen vochtig zijn door restvocht in hout, dauw en neerslag, dit vochtgehalte mag maximaal 15% bedragen;
- restvocht gehalte in het hout - het restvochtgehalte in het hout mag maximaal 14% bedragen.
Te verrichten metingen |
Minimum |
Maximum |
Luchttemperatuur
Relatieve luchtvochtigheid |
5 ◦C
50% |
Product afhankelijk (zie verwerkingstempratuur op het desbetreffende product blad)
90% |
Temperatuur hechtvlakken |
3 ◦C boven dauwpunt |
- |
Vochtgehalte hechtvlakken Restvocht in hout |
- - |
Protiwaarde 15 14% |
Indien de gemeten waarden niet voldoen aan de bovengenoemde eisen, is applicatie technisch niet verantwoord.
Op basis van de luchttemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid kan met behulp van de tabel het dauwpunt worden bepaald. Het dauwpunt is de temperatuur waarbij waterdamp uit de lucht begint te condenseren. Er vormt zich dan condens op de hechtvlakken, waardoor de hechting nadelig wordt beïnvloed. Bij het aanbrengen van de kit moet de temperatuur van de hechtvlakken minimaal 3 °C boven het dauwpunt liggen
Luchttemperatuur (◦C) |
Relatieve Luchtvochtigheid |
|
50% |
55% |
60% |
65% |
70% |
75% |
80% |
85% |
90% |
5 |
- 4,1 |
- 2,9 |
- 1,8 |
- 0,9 |
0,0 |
0,9 |
1,8 |
2,7 |
3,6 |
6 |
- 3,2 |
- 2,1 |
- 1,0 |
- 0,1 |
0,9 |
1,8 |
2,8 |
3,7 |
4,5 |
7 8 9 |
- 2,4 - 1,6 - 0,8 |
- 1,3 - 0,4 0,4 |
- 0.2 0,8 1,7 |
0,8 1,8 2,7 |
1,8 2,8 3,8 |
2,8 3,8 4,7 |
3,7 4,7 5,7 |
4,6 5,6 6,6 |
5,5 6,5 7,5 |
10 |
0,1 |
1,3 |
2,6 |
3,7 |
4,7 |
5,7 |
6,7 |
7,6 |
8,4 |
11 12 13 |
1,0 1,9 2,8 |
1,3 3,2 4,2 |
3,5 4,5 5,4 |
4,6 5,6 6,6 |
5,6 6,6 7,6 |
6,7 7,7 8.6 |
7,6 8,6 9,6 |
8,6 9,6 10,6 |
9,4 10,4 11,4 |
14 15 16 |
3,7 4,7 5,6 |
5,1 6,1 7,0 |
6,4 7,3 8,3 |
7,5 8,5 9,5 |
8,6 9,5 10,5 |
9,6 10,6 11,6 |
10,6 11,5 12,5 |
11,5 12,5 13,5 |
12,4 13,4 14,4 |
17 |
6,5 |
7,9 |
9,2 |
10,4 |
11,5 |
12,5 |
13,5 |
14,5 |
15,3 |
18 19 20 |
7,4 8,3 9,3 |
8,8 9,7 10,7 |
10,2 11,1 12,0 |
11,4 12,3 13,3 |
12,4 13,4 14,4 |
13,5 14,5 15,4 |
14,5 15,5 16,4 |
15,4 16,4 17,4 |
16,3 17,3 18,3 |
21 |
10,2 |
11,6 |
12,9 |
14,2 |
15,3 |
16,4 |
17,4 |
18,4 |
19,3 |
22 23 |
11,1 12,0 |
12,5 13,5 |
13,8 14,8 |
15,2 16,1 |
16,3 17,2 |
17,4 18,4 |
18,4 19,4 |
19,4 20,3 |
20,3 21,3 |
24 |
12,9 |
14,4 |
15,7 |
17,0 |
18,2 |
19,3 |
20,3 |
21,3 |
22,3 |
25 26 27 |
13,8 14,8 15,7 |
15,3 16,2 17,2 |
16,7 17,6 18,6 |
17,9 18,8 19,8 |
19,1 20,1 21,2 |
20,3 21,2 22,2 |
21,3 22,3 23,2 |
22,3 23,3 24,3 |
23,2 24,2 25,2 |
28 |
16,6 |
18,1 |
19,5 |
20,8 |
22,0 |
23,2 |
24,2 |
25,2 |
26,2 |
29 30 |
17,5 18,4 |
19,1 20,0 |
20,5 21,4 |
21,7 22,7 |
22,9 23,9 |
24,1 25,1 |
25,2 26,2 |
26,2 27,2 |
27,2 28,2 |